Cherelle (33) vertelt: ‘Carlos was mijn eerste grote liefde. Met zijn geweldige lach, prachtige groene ogen én mooie lijf had hij al mijn aandacht. Maar hij was óók nog eens heel leuk. Hij was heel sociaal, en met zijn vlotte babbel leek hij het met iedereen goed te kunnen vinden. En hij had, net zoals ik, een gevoel voor sarcastische humor. Toch wist ik dat wij niet voorbestemd waren voor elkaar. Hij was niet echt mijn liefdes-type. Want hoewel we echt een klik hadden, merkte ik ook dat we te verschillend waren. Hij was een vrije vogel, en vond het lastig om zich te binden. Ook had hij vrij extreme hobby’s als parachutespringen en paragliden. Ik ben meer het type dat de kat uit de boom kijkt, zich meer op de achtergrond houdt én behoefte heeft aan vastigheid en rust. Onze relatie hield een half jaar stand, en het liefdesverdriet was groot toen ik erachter kwam dat we écht niet bij elkaar pasten. Inmiddels ben ik heel wat jaren verder, en heb ik gelukkig een partner gevonden die meer op mij lijkt.’ Welk type ben jij in de liefde en wie past bij jou?
‘Is hij wel mijn type?’
Het verhaal van Cherelle roept de volgende vraag op. Hoe komt het nou dat de ene persoon wél bij je past, en de ander misschien minder goed? Daar is inmiddels veel onderzoek naar gedaan. Een bekend onderzoek is dat van antropologe en schrijfster Helen Fisher. In haar boek ‘Waarom hij? Waarom zij?’ beschrijft ze de manieren waarop mensen hun partner kiezen. Uit haar onderzoeksresultaten blijkt dat bepaalde stofjes in de hersenen onze persoonlijkheid bepalen. Op basis van haar onderzoek onderscheidde zij vier persoonlijkheidstypes: de Verkenners, de Regelaars, de Bouwers en de Onderhandelaars. Het idee hierachter? Als jij weet welk liefdes type jij zelf bent, dan is het gemakkelijker om een partner te vinden die bij je past.